Dag 12
Vrijdag 30 september 2005 Nyaka trekking
De dag
begint somber en we zijn bang voor regen. Na een eenvoudig verblijf en
eten, gaan we op stap, om meteen weer te stoppen voor de eerste hevige
buien. Als de lucht geklaard is gaat de karavaan op pad. Voor ons is het
weer een slakkengang. Carla d’r enkel is nog steeds niet beter, maar
gelukkig ook niet verslechterd. Het pad is niet zo slecht als gister,
een rood soort gravel. Met behulp van Ton komt Carla over de riviertjes
heen. Het landschap is adembenemend!!. Werkelijk ongelooflijk mooi groen
met valleien waar kleine dorpjes liggen. Prachtige stroompjes en
watervalletjes. We raken gestaag verder achter door het lage tempo. Ine
rent van hot naar haar. Ze heeft een conditie van een paard. Voor Ton
wordt het nu erg zwaar. Een rugzak en een steunende vrouw. Carla heeft
haar rugzak aan een van de dragers gegeven. Ine blijft trouw bij ons in
de buurt. We hopen binnen 6 uur in Livingstonia aan te komen. Af en toe
komt de regen met bakken uit de hemel. Ook bestaat de kans dat we nog
verder moeten omdat de weg is afgesloten naar het dal. Geen prettig
vooruitzicht. Ook hebben de voorste de short cut gemist. Ontzettend
sterke afdaling van de weg naar beneden. Carla gaat dat zeker niet
lukken. Ine wordt ongerust over de tijd. En probeert in het volgende
dorp vervoer te regelen voor ons. Tot onze verbazing staan er een stuk
of wat jongens klaar met een fiets. Carla moet achterop. De eerste
poging mislukt we vallen om. We lossen het op door een jongen te laten
sturen en een ander te laten duwen. Terwijl Carla schrijlings op de
brede pijnlijke bagagedrager zit, die niet geschikt is voor haar
gewicht. We moeten daarom ook een keer stoppen om de bagagedrager te
repareren. Het gaat snel berg afwaarts, en in het volgende dorpje staat
Ine al te onderhandelen met een local met auto. Van af hier (Pokakoche)
tot Livingstonia vraagt hij 4000 Malawi Kwacha en het kan even duren
omdat hij het aan zijn baas moet vragen. Dan komt er nog een vierwiel
drive aangereden met 2 vrouwen (missionarissen, 1 blanke Engelse en een
zwarte) en twee zwarte geestelijken (een bisschop uit Zambia en z’n
refferent) Die willen ons wel een lift geven. De hele auto wordt
verbouwd en we schamen ons voor de modder schoenen, geen probleem,
genoeg zwarten om het schoon te maken!!. Bah maar we zijn gered, en
praten maar wat mee. Na een zware rit van ongeveer 40 minuten komen we
aan in Livingstonia. Het is niet wat we verwacht hebben van het stadje.
Het stelt 3x niets voor. Maar het heeft wel een kerk, bibliotheek en
universiteit. We geven US$ 10,00 voor de missie en nemen afscheid. We
lopen nog een stukje naar het stone house. Tot onze verbazing zijn onze
Japanse vrienden er al. Ze hebben alle short-cuts genomen en het meisje
wil geen stap meer verzetten. Het schijnt verschrikkelijk geweest te
zijn. We bestellen thee met heerlijke broodjes (gratis) en maken ons
zorgen om de rest. Een van de lokale vertelt ons dat de weg weer open
is. Wij ge-sms’t naar Ine. Maar het blijkt later weer niet waar te zijn.
Na een half uur komen de eerste kapot aan. Het huilen staat hun nader
dan het lachen. Het was zwaar. Ad was weer een van de eerste,
ongelofelijk. Later komt de rest, niemand wil verder lopen. Loes barst
in tranen uit, ook de rest is niet gewillig. Brechje heeft het ook
gehad, vooral toen we ze voorbijreden in de auto. Zij wilde ook niet
meer. De sfeer wordt er niet beter op en Ine is volledig gestrest en
bezig alles te regelen. De dragers willen ook weg, maar dat kan nog
niet.
We bestellen rijst met groente en ei (soort Fu-yong-hai), daarna
verbeterd het allemaal een beetje. Behalve bij Ine, die rent van hot
naar her om transport geregeld te krijgen. Ondertussen heeft iemand een
kameleon (verkleurmannetje) ontdekt. Deze wordt op Marianne haar arm
geplaatst, Carla wil ook nog wel even in de benen komen om hem/haar op
de arm te nemen.
Het wordt later en later, Ine heeft een truck geregeld waarmee een deel
van de dragers en de bagage onder begeleiding van de gewonden (Ad,
Brechje en Carla) weggestuurd wordt naar het punt waar de weg
geblokkeerd is. (met father Ted, die niet van de meiden kan blijven). De
gewonden moeten dan met één drager, de rest gaat verder, de bagage
bewaken op dat punt.
Ze gaan om 16:00 uur weg en om 18:00 uur wordt het al donker.
De rest wacht op de volgende truck die zal komen, maar we beginnen wel
steeds nerveuzer te worden als de truck uitblijft. Ine gaat weer het
stadje in om vervoer te zoeken. Ine is nog weg als er eindelijk een
truck arriveert. Wij als de donder instappen en Ine zoeken en rijden.
Met de schemering die maar een minuut of 10 duurt komen we bij de
wegblokkade. De vooruitgestuurde 3 met 1 drager en de bagage hebben een
vuurtje gestookt en zitten vol smart op ons te wachten. Alle bagage
opgeladen met de resterende dragers en Carla over het opgebroken deel
gesleept. Daar ontmoeten we een vrachtwagen met bouwmateriaal waar alles
ingepropt wordt. Deze gaat in het donker verder naar beneden rijden.
Onderweg moeten we met ons gezelschap 15 man overstappen in een
minibusje dat ons naar de camping in Chitimba brengt waar we worden
opgewacht met een goed maal.
Degene die niet met de trekking meegegaan zijn, zetten voor ons de
tenten op. En na de maaltijd en de briefing voor de volgende dag kruipen
we ongewassen in ons bedje.
We slapen
snel ondanks de herrie van de disco op de camping.
|