Dag 3
Zaterdag 20 januari 2007 bij de Massai.
Ton heeft niet zo goed geslapen deze eerste nacht,
maar wel genoeg. Carla heeft geslapen als een Marmot. Het is rond 06:30
uur, de zon komt op en de temperatuur is lekker. Alles in de tent is een
beetje klam, maar dat is snel over. Er is een ontbijt met geroosterd
brood, gebakken bacon, worstjes, kaas,
jam, enz. Na het ontbijt vertrekken we met Charles de Massai gids voor
een wandeling naar een top van een van de Loita heuvels. Onderweg komen
we langs een Maji-Moto (daarom heet het hier ook zo), vrouwen en mannen
gescheiden. De mannenkant bevindt zich onder de bomen geheel privé. Er
borrelt heet het water op en iets minder heet. Dit vermengen ze door de
stroom met zand te verleggen tot een aangename temperatuur. Je kunt dan
aangenaam badderen. We komen de vrouwen weer tegen, aan hun kant is het
niet zo geregeld zij hebben alleen maar heet water. En er zijn heel veel
mensen die de was doen.
Hierna lopen we verder de heuvel op achter de gids
“Charles” aan. Af en toe wordt er gestopt voor uitleg van diverse
planten. Zo laat hij ons 2 verschillende soorten lijm zien en vertelt
hij dat de Aloë-vera gebruikt wordt om van de wortel bier te maken en
het sap in het blad wordt gebruikt voor de bestrijding van malaria en
wondjes.
Verder lopend komen we langzaam steeds hoger en
wordt het uitzicht mooier. Het wordt ook wat warmer. Na zo’n 2 uur komen
we boven op de heuvel/berg aan (Charles denkt zo’n 750 meter). Hier
hebben we een prachtig uitzicht over de Loita vlakte. We zijn niet voor
niets naar boven gelopen. We rusten en genieten wat waarna we de
terugweg aanvaard wordt. Dalend schiet het iets sneller op en met een
uurtje zijn we terug in het kamp waar we een lunch eten.
We hebben veel last van vliegen hier in de buurt,
komt natuurlijk door al het vee in de omgeving.
Begonnen om in de schaduw dit boek bij te werken
maar dat wordt verstoord door het plan naar de Maji-Moto te gaan. We
gaan met zijn zessen op pad 3 mannen en 3 vrouwen. Ik heb daar lekker
een half uur drie kwartier gepoedeld, en we gaan daarna terug. In het
kamp aangekomen horen we van de vrouwen dat zij niet konden baden
vanwege het hete water.
Het is dan langzamerhand tijd om naar de manjatta
(soort Massai dorp) te gaan, waar we na een half uurtje lopen aankomen.
Het is een leefgemeenschap met een paar huisjes en in het centrum een
kraal voor de koeien. We worden ontvangen met gezang door de vrouwen,
hierna kunnen we de mensen fotograferen, dit gaat niet echt makkelijk.
Om de beurt kunnen we in groepjes van 3 een hutje aan de binnenkant
bekijken.
Het is aardedonker en heel warm, er wordt in de hut
ook nog een vuurtje brandend gehouden. Het hutje is verdeeld in vijf
ruimte. De centrale ruimte met het vuurtje om te koken en een paar
zitplaatsen. Een grote slaapkamer die voor de man is, en bij diens
afwezigheid is deze voor de kinderen. Een kleine slaapkamer voor de
vrouw, en twee ruimte voor de jonge kalveren en
schapen en/of geiten. Na
nog wat met de kinderen gespeeld te hebben en een bezoekje aan de kraal
voor de geiten/schapen vangen we de terugweg aan. We kunnen dan ook weer
aan het diner beginnen, na nog wat gepraat en gedronken te hebben zijn
we gaan slapen.
Ook wij vrouwen hebben een
bezoekje gebracht aan de Maji-Moto, met heel ander gevolg, vol goede
moed en met het aantrekkelijke vooruitzicht van een lekker bad. Helaas
veel te heet.
Het bezoek aan de Massai
manjatta was erg
indrukwekkend. Het is een kleine gemeenschap met veel
vrouwen en kleine kindjes. Ook zitten er drie oude mannen tegen een
muurtje. Ton biedt ze een sigaret aan. Ze pakker er gelijk maar 3. Het
roken zag er onwennig uit. Best lachwekkend. Volgens ons zat er een te
blazen in plaats van te zuigen, grappig. Het bezoek aan het huisje
bracht ons tranen in de ogen, zowel letterlijk als figuurlijk. Massai
mogen meerdere vrouwen hebben. Een vrouw kost 9 koeien, maar je hebt er
25 nodig om een vrouw goed te onderhouden. Het was interessant.
|